Syndicalisme
(de Volkskrant van 5 december 1972)
Links politiek Nederland heeft er een tweemaandelijks ideologiserend tijdschrift voor politiek en kultuur bij. Het tijdschrift heet De As en is een uitgave van Spuw/Ram in Driebergen. De As wil door de uitgave van themanummers bijdragen aan de opheffing van het theoreties tekort, waaronder het Nederlandse libertaire of anarcho-socialisme te lijden heeft.
Het eerste themanummer van De As handelt over het syndicalisme. Volgens de redaktie – o.a. Boudewijn Chorus, Rudolf de Jong (diens vader was tussen de twee wereldoorlogen een bekend syndicalist) en Hans Ramaer − is het voornaamste kenmerk van het syndicalisme, dat het “een verbinding beoogt van politieke en ekonomiese emancipatiestrijd, die tot uitdrukking komt in eisen als zelfbeheer en arbeidersraden”.
“Nu vandaag de dag steeds meer groepen gaan twijfelen aan de demokratiese funktie van het parlement en de burokratiese praktijken van de vakbondsbestuurders steeds meer verzet wekken, is de syndikalistiese maatschappij-opvatting zeker geen fossiel uit het verleden”, aldus de redactie.
Niettemin is het syndicalisme – begin deze eeuw in Frankrijk ontstaan – op het moment vrijwel ter ziele. Het themanummer handelt dan ook over de historie van het syndicalisme in Frankrijk, Nederland en Amerika en wordt besloten met een betoog van Arthur Mendes Georges over het syndikalisme als vorm van werkelijk zelfbeheer. Jammer genoeg wordt er niet ingegaan op de syndicalistische neigingen, die de studentenoppositie in Nederland de laatste jaren aan de dag heeft gelegd bij het oprichten van “studentenvakbonden”.
AS
(de Vrije Socialist, januari 1973)
Enkele vroegere medewerkers en redacteuren van De Vrije hebben het tijdschrift voor cultuur en politiek Anarcho-Syndcalisme (A.S.) opgericht. Als reden daarvoor gaven zij op dat de Vrije Socialist bepaalde theoretische gebreken vertoonde, die door themanummers konden worden ondervangen. Afgezien van de vraag of dit de werkelijke reden voor het ontstaan van de A.S. is, kan men als anarchist maar een soort van theorie voorstaan, een theorie die betekenis heeft voor de praktijk van vandaag en morgen. De praktische betekenis van een bepaald artikel ontbreekt nogal eens in de Vrije Socialist, maar is helemaal niet aanwezig in het eerste nummer van de A.S. Met andere woorden, de bestaansgrond valt weg, ervoor in de plaats komt een aardige formule van hobbyisme, bibliofilie, themanummers en intellectualisme. Ik verwijt de A.S. in ergere mate dan ik in nummer 9 jl. dat te Elfder Ure deed, haar geïsoleerde positie die een passief lezerspubliek kweekt dat even goed een literair tijdschrift had kunnen kopen. Ik zal het bovenstaande door een bespreking van het eerste nummer onderstrepen. Na een door George Noordanus goed verzorgde omslag, vindt men een vertaling uit het Duits over de historische vormen van syndicalisme; een citatencollage uit een uit 1931 stammend proefschrift van Wiardi Beckman; een gecomprimeerde herdruk van een artikel van Rudolf de Jong over het NAS en het NSV; een vertaling van een pamflet uit 1910 van een Amerikaanse syndicalist en twee eigen bijdragen van de redactie, respectievelijk over het syndicalisme in Amerika en over het syndicalisme als model van zelfbeheer. Alle artikelen, behalve dat van Mendes-Georges dat helemaal geen context heeft, hebben hun brandpunt op ontwikkelingen in het verleden. Het enige artikel, dat van Mendes-Georges over zelfbeheer, dat de lezer enigszins de indruk geeft op het heden te zijn geschreven, gaat voorbij aan de vraag hoe al die mooie gedachten kunnen worden verwezenlijkt. Arthur Mendes-Georges onderkent dit en schrijft dan ook: “Bij een schets van het syndicalistisch organisatiepatroon ga ik doelbewust voorbij aan de vraag hoe deze organisatievorm vanuit het heden tot stand gebracht kan worden (bevochten moet worden) omdat dit het doel van dit artikel voorbijstreeft”. Dit citaat is kenmerkend voor het hele blad (en ook de taalfouten die er in worden aangetroffen), in plaats van in te gaan op de belangrijkste theoretische vraag van dit moment, hoe gaan we deze mooie gedachten (syndicalisme c.q. zelfbeheer) nu in de praktijk brengen, beschrijft men het syndicalisme van vroeger. Men heeft blijkbaar niet eens de moeite genomen om het OVB, een in het nu levende syndicalistische vakorganisatie met een bijzonder goed, maar wel wat te moeilijk blad, te vragen een artikel te schrijven over zijn werkzaamheden.
De pretentie van een theoretisch blad is voor de A.S. niet weggelegd. Wel die van een uitstekend historisch blad, die van een gepopulariseerde uitgave van het I.S.G. voor dilettanten in de sociale geschiedenis, en alleen daarom kan men zich abonneren. Wanneer de A.S. dit volmondig had erkend, dan was hier een lovende bespreking gevolgd, maar de opzetters leiden aan het euvel van de libertaire beweging in Nederland van de laatste twintig jaar, zij schrijven in de stijl van dodenverering en denken daarmee het leven te eerbiedigen. Het gaat er veeleer om al die geschiedenis ‘s van onze lendenen te schudden en het anarchisme nu proberen te verwezenlijken. Op de eerste plaats is daarvoor een bepaalde graad van organisatie nodig, en geen stompzinnige bewondering of zelfbevrediging van en met bommen gooien en infiltratie in andermans organisaties. De A.S. zou in een dan levende beweging een uitmuntende rol kunnen vervullen als geschiedkundig tijdschrift, meer mag men ervan echter niet eisen.
Bart van der Sar
De A.S. is te bestellen bij: SPUW, postbus 17, Driebergen, giro 2553850 losse nummers: ƒ 1,75, abonnement ƒ 10,verschijnt tweemaandelijks.